Toegankelijkheid

Skip to main content

HISTORIE VAN DE KVEO


Réné Alexandre Louis Pélerin

HISTORIE VAN DE VERENIGING

De aanleiding tot oprichting – in 1877 – zijn de financiële omstandigheden geweest waaronder de volgens de pensioenwetten van 1851 gepensioneerde officieren van het Nederlandse Leger toen verkeerden. Uit verslagen van die tijd blijkt dat deze hun laatste levensdagen in kommer en kwel moesten doorbrengen en aan de algemene weldadigheid dreigden te worden overgelaten.

Toen bleek dat bij de aangekondigde verbeterde pensioenwet 1877 geen sprake zou zijn van terugwerkende kracht, is op initiatief van de luitenant-kolonel b.d. der Cavalerie, Réné Alexandre Louis Pélerin, op 16 april 1877 de ‘Vereeniging van Gepensioneerde Officieren van Het Nederlandsche Leger’ opgericht.

De vereniging had tot doel: 

  • de billijke belangen der gepensioneerde officieren te behartigen en anderen daartoe op te wekken;
  • weldadig te werken, zowel in het belang van hulpbehoevende gewone leden, hunne weduwen en wezen, als in dat van weduwen en wezen van buitengewone leden.

OP 4 JUNI 1877 WERD DE VERENIGING ERKEND BIJ HET VOLGENDE KONINKLIJK BESLUIT NR. 36

Koninklijk Besluit nr. 36: Wij, Willem III * , bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz. enz.

Beschikkende op een aan Ons ingediend verzoekschrift van Cornelis Theodorus van Meurs en zes anderen allen wonende te ´s Gravenhage, daarbij overleggende de statuten der voor minder dan dertig jaren aangegane vereeniging van gepensioneerde officieren te ‘s Gravenhage, en verzoekende dat deze vereeniging door Ons mogen worden erkend;

Gelet op de voorschriften der Wet van 22 April 1855 (Staatsblad nr. 32) in het algemeen, en op artikel 6, tweede lid dier wet in het bijzonder.

Op de voordragt van Onzen Minister van Justitie van 31 Mei 1877, 1e afdeeling, nr. 140,
Hebben goedgevonden en verstaan de statuten van de vereeniging van gepensioneerde officieren gevestigd te ´s Gravenhage gelijk die bij het verzoekschrift zijn overgelegd, goed te keuren, en de vereeniging mitsdien als regtspersoon te erkennen.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

‘s Gravenhage, den 4 Juni 1877

Koning Willem III