OP 4 JUNI 1877 WERD DE VERENIGING ERKEND BIJ HET VOLGENDE KONINKLIJK BESLUIT NR. 36
Koninklijk Besluit nr. 36: Wij, Willem III * , bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz. enz.
Beschikkende op een aan Ons ingediend verzoekschrift van Cornelis Theodorus van Meurs en zes anderen allen wonende te ´s Gravenhage, daarbij overleggende de statuten der voor minder dan dertig jaren aangegane vereeniging van gepensioneerde officieren te ‘s Gravenhage, en verzoekende dat deze vereeniging door Ons mogen worden erkend;
Gelet op de voorschriften der Wet van 22 April 1855 (Staatsblad nr. 32) in het algemeen, en op artikel 6, tweede lid dier wet in het bijzonder.
Op de voordragt van Onzen Minister van Justitie van 31 Mei 1877, 1e afdeeling, nr. 140,
Hebben goedgevonden en verstaan de statuten van de vereeniging van gepensioneerde officieren gevestigd te ´s Gravenhage gelijk die bij het verzoekschrift zijn overgelegd, goed te keuren, en de vereeniging mitsdien als regtspersoon te erkennen.
Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
‘s Gravenhage, den 4 Juni 1877