Minimumloon per uur wordt nieuwe standaard: waarom stijgt de AOW niet mee?
Bron: MAXVANDAAG
Vanaf 1 januari 2024 gelden er nieuwe regels rondom het wettelijk minimumloon. Niet het minimumloon per maand, maar het minimumloon per uur wordt het uitgangspunt. Dat is goed nieuws voor veel werkenden, maar de AOW stijgt niet mee in dit nieuwe stelsel. Waarom is dat zo?
Hoe werkt het huidige AOW-stelsel?
De AOW (Algemene Ouderdomswet) is een collectief ouderdomspensioen, waar elke Nederlander na zijn of haar werkzame leven recht op heeft. 50 jaar voordat u de AOW-leeftijd bereikt – in 2024 gaat deze naar 67 jaar – begint u met de opbouw hiervan. In deze periode staat elk jaar waarin u in Nederland woont of werkt gelijk aan 2 procent AOW. De hoogte van de uiteindelijke AOW-uitkering hangt samen met uw woonsituatie. Alleenstaanden krijgen 70 procent van het minimumloon. Maar als u getrouwd bent en/of samenwoont, heeft u recht op 50 procent.
In hoeverre hangen de AOW en het minimumloon samen?
Het minimumloon is de belangrijkste factor die de hoogte van de AOW-uitkering bepaalt. De uitkeringsbedragen veranderen namelijk elk half jaar, op basis van hoe het minimumloon zich ontwikkelt. Vanaf 1 januari 2023 zijn de nettobedragen voor alleenstaande AOW-gerechtigden 1.353,11 euro (met loonheffingskorting) en 1.081,69 euro (zonder loonheffingskorting). Getrouwde en/of samenwonende AOW-gerechtigden ontvangen 920,98 (met loonheffingskorting) en 736,06 (zonder loonheffingskorting) netto, per persoon.
Er is dus nog een koppeling tussen het minimumloon en de hoogte van de AOW-bedragen, hoewel het kabinet serieus heeft overwogen om dit af te schaffen. Let wel: het gaat om de netto minimumloonbedragen, waar de AOW op afgestemd is. Per 1 januari 2023 zijn de bruto minimumlonen met 10,15 procent gestegen. De hoogte van de AOW-uitkeringen is ook gestegen, maar dus niet met hetzelfde percentage.
Wat betekent de invoering van de minimumuurlonen voor de AOW?
In 2024 komt er dus een nieuw stelsel, hebben de Tweede en Eerste Kamer besloten. Niet het maandloon, maar het uurloon wordt doorslaggevend voor het bepalen van het minimumloon. Zo wil het kabinet voorkomen dat werkenden met een 36-urige werkweek hetzelfde verdienen als werkenden met een 38- of 40-urige werkweek. Voor die 2 laatste groepen betekent dit een vooruitgang. Een 38-urige werkweek moet binnenkort een 5,5 procent hoger minimumloon op gaan leveren. Het minimumloon voor een 40-urige werkweek stijgt in 2024 met 10 à 11 procent, is de bedoeling.
Met andere woorden: wie meer uren per week werkt, gaat vanaf 2024 ook meer verdienen. Een werkweek van 36 uur is de standaard bij het bepalen van het minimumloon. En de hoogte van de AOW is gekoppeld aan deze standaard. Het minimumuurloon voor 36 uur per week werken blijft hetzelfde en dus blijft ook de hoogte van de AOW vooralsnog onveranderd. Hoe hoog de minimumuurlonen per 1 januari 2024 – voor 36-, 38- en 40-urige werkweken – exact uitvallen, wordt op een later moment bekend.
(Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Rijksoverheid, Sociale Verzekeringsbank, AOW.nu, De Volkskrant, NU.nl.)